OH_ Oud-Holland, Uitgevers Gebroeders Binger, Warmoesstraat 174, Amsterdam. Eerste jaargang in 1883. 1984.

OH1883 p286. Charlotte van Zanten, glasgraveur, vermeld in sneldicht van Constantyn Huygens (Korenbloemen ed. 1672 II blz. 182):

“Op een Schoon Vrouwenbeeld in Glas gesneden door wijlen Juffrou {Charlotte van Santen}:
   D' Onwedergalicke van Santen,
   Die korts in d' aerde wierd geleit,
   Besteedden hier haer' Diamanten
   Aan een' volmaeckte schoonigheit:
   Den welstand van haer' eigen' leden
   Beschreef sy op de brooste stoff,
   Maer die men geeft den grootsten lof
   Van all' Natures wonderheden:
   Sy wilde thoonen op een glas
   Hoe kloeck, hoe schoon, hoe broos sy was.”

OH1885a p65. Jan Adriaensz van Santen is voogd over de kinderen van Abraham Blotelingh en Grietje Jacobs, zijn weduwe, † 1659. Familie Blotelingh wordt beschreven.
De kinderen van Abraham Cornelisz Bloteling † Amsterdam 1648 (zv Aeltjen Ariens Overschie † Delft 1650 en Jaques van Combrugge) tekenden Delft 5-1-1673: “Zij machtigen den E. Jan van Santen, Schepen te Voorburch, haerluyden Oom ende d'Heer Cornelis s' Gravensande, Raet en de Vroetschap deses Stadt Delft,”…

OH1885b p67. Adriaen van Santen, notaris te Amsterdam, is neef van Abraham Blooteling. A. B. woonde Prinsegraft tussen de Reguliersgracht en Uijtersestraat in Amsterdam, is plaetsnijder en `bejaert vrijer', begraven 20-1-1690 voor ƒ15.-. AvS krijgt bij testament van 20-6-1689 onder andere een psalmboekje en prenten.
[[Not. A. v. Santen 13 Decb. 1667]] [OH1897] p27, [[Prot. Not. A. van Santen, Amsterdam]] in 1671, 1689 en 1692.

OH1885c p218. Capt. Johan van Santen stond borg voor (een schuld van) Johannes Vermeer, de bekende Delftse schilder. 14-12-1655.

OH1885d bijlage. J.H.W. Unger, architect te Rotterdam, `Dagboek van Constantyn Huygens', Gebr. Bingers, Amsterdam 1885: `1684, 31 Mart. Obit Delfis Albertus van der Graef, Exconsul Delfii, maritus Franciscae van Santen, amicus meus, ac diu collega.'.

OH1887 p276, 281. Beschrijving Charles De Trello, † ≤1615, ridder, bevelvoerder van Willem I, schout van Utrecht, etc. `Hij was gehuwd met Clara van Persyn en had vier dochters: Sara Adriana († 1648), de twee vrouw van Frederik van Dorp; Lucretia († 1663); Barbara († 1672) en Walburch (* 1588, † 11 October 1688) gehuwd met den Schout van Delft Fr. Willemsz van Santen.'.
[[Eymael, Huygens-Studiën, bl 123-124. Haagsch trouwboek, 4 jan 1608: Sara Adriana met den Colonel en Gouverneur van den lande ende stadt Tolen.]]
Sara was weduwe sinds 1612. Walburch was waarschijnlijk in 1615 al gehuwd.
Fr. Willemsz van Santen `was schepen van Delft van het jaar 1626-28. In 1629 wordt hij tot schout benoemd, welke betrekking hij bleef vervullen tot 20 Dec. 1675 toen hij overleed. (Zie Beschrijving der stad Delft enz. bij Reinier Boitet. 1729. III Hoofdst.) Walburch de Twello was dus waarschijnlijk eenige jaren ouder dan haar echtgenoot.'

OH1888 p65. Vondeliana. Aantekeningen van G. Brandt bij versen van Vondel. Bij vers 1464 `dat toch de razebol. Gerrit Beukelsz van Zanten.'
Bij vers 1686 `mijn tanden. Van Zanten was voorzien van seer groote bektanden of slaghtanden.'

OH1889 p279. Getaxeerd schilderij in de collectie van Pieter Michelet `Een cleijne bataillie van G. van Santen f 4.-'.

OH1890 p311. Het schildersregister van Jan Sysmus, Stads-Doctor van Amsterdam. Uytschulden `De Wede van Santen, bier … 36 gl.'

OH1891 p169. Herdruk van een blijspel “In 's Gravenhage, By Cornelis van Zanten, Boekdrukker en Boeckverkooper, enz., 1733.”

OH1896 p74. In hoofdstuk “Iets over den schilder Jan Cornelisz van 't Woudt.” acte uit het Leidsche Notariaal Archief “26 Juni 1594. Huwelijk'sche voorwaarden tussen Jan Cornelisz van 't Wout, Schilder buyten Delft (geassist. met Dirck Dircksz van Santen tot Delft, synen neve;) en Aechte Matheusdr., jonge dochter van Leyden.” en
… dat “7 Februm 1615 in de St Pieterskerk te Leiden begraven werd Jan Cornelisz., Schilder, uit de Kerckstraat. En 2 Maart 1615 zijn ‘Dirck van Zanten, coorncooper, neef tot d'administratie en Henric Lodewycksz Haestens, bouckdrucker, gebeden vrunt tot de toesichte gestelt voochden over … (niet ingevuld), na gelaten weeskinderen van Jan Cornelisz van 't Wout, Schilder, gewonnen by Matheus Claessens van Eycxdochter.’
13 Febr. 1620 werd Dirck van Zanten ontslagen en vervangen door Jan Willemsz Werkyn, schoolmeester.”

OH1897 Verfverkoper Vincent van Santen wordt geautoriseert `Arsenicum ofte Rottecruyt' te verkopen en te verhandelen door de “Resolutie van de Vroedschap der stad Utecht, 's Vrijdachs den 12en February (1669)”.

OH1898 Uitgave van de Warenar in 1661 bij `Jan Jansz van Santen, Boeck-verkooper, achter de Oude Kerk' in Leiden, op naam van P.C. Hooft en S. Coster.

OH1899a p170. `Deze Gerrit van Santen werd in 1629 lid van het Haagsche St Lucasgilde en is verder voornamelijk bekend door de krijgstafereelen, die hij over Frederik Hendrik op het kasteel van Buren schilderde. Hij ontving in Februari en December 1647 achtereenvolgens 260 en 530 gulden voor voorstellingen van de belegeringen van Hulst, Sas van Gent, Schenkenschans (tweemaal), Grol en Gennip en het innemen van Wesel (tweemaal).'. Een fascimile van zijn handtekening staat in een werk van Semeonof. Etcetera, half blad.

OH1899b p204. `Breucquel was het vierde kind uit den echt van Bruyn Dedel en Baafje van Oudtheusden. Zijn grootmoeder van vaderszijde was Ida Bruynsdr, van der Dussen en die van moederszijde Maria Beukelsdr van Santen, en beide behoorden tot welgestelde Delftsche families, die zich aan de koophandel wijdden en door Dedel's bemiddeling zaken in Frankrijk deden.
Walvischtraan wasin die dagen een belangrijk handelsartikel en hij hield zich hoofdzakelijk bezig met de verkoop daarvan bezig voor rekening zijner Delftsche verwanten.
Deze verwanten waren Bruyn Dircxs van der Dusse en Pieter van Santen, die weer in gemeenschap werkten met zekeren Geraldo Welhouck.'

OH1902 [[Prot. Not. Cl. van Santen, Amsterdam.]] (1643)

OH1904 Schilderij in Rijksmuseum, nr. 2599, `Gevecht op de Vuchterheide', toegeschreven aan Gerrit van Santen [OH1899b] p170.

OH1908 Heyman Dircxzn van Sancten (H. Dircksz van Santen volgens register) liet 19 maart 1573 een testament maken.

OH1910 `Van Jan van Santen, pauselijk bouwmeester onder Paulus V, mag men dus wel iets verwachten'

OH1913 In `Het kunstkabinet van Valerius Röver te Delft' over prenten … “, en l' année 1662, ongemeen konstig met goud, zilver, ultramarin en andere kostelijke couleuren afgezet door den vermaarden Dirk Janssen van Zanten.”

OH1914 `De Schilderijen in het hofje Meermansburg te Leiden' pp170-171. Uitvoerige beschrijving met foto's van twee schilderijen door (atelier van) Michiel Jansz. van Mierevelt 1597-1641, Delft, van
`Gerrit Fransse Meerman 1541-1609 (overgrootvader van den stichter van het hofje). Hij was burgemeester en van 1584-1609 schout van Delft, en werd, omdat hij handel dreef in granen, Corencoper genoemd. Aan zijn gestrengheid dankte hij den bijnaam “Duivel van Delft”.', `Aetatis 53, Ao 1592' (Leeftijd 53 in 1592, maar volgens genealogiën in 1541 geboren.) en
`Agneta van Santen, huisvrouw van Gerrit Fransse Meerman. Aetatis 55, Ao 1593' Zij hadden twee zonen en een dochter. Uitvoerige stamboom van hun nakomelingen op p174 en 189.

OH1916 Zestiende-eeuwsche vrachtvaarten. Families die gezamelijk schepen en haringbuizen reederden: Van Adrichem, Meerman, Van der Dussen, Van der Burch, Van Santen en Groenewegen. p140: `de reeders Van Santen en Van der Burch waren brouwers, zij leverden het bier voor de proviand'.

OH1922 p136. In `Adolphus Tectander Venator' (= Adolf de Jager) wordt genoemd Johan van Santen, lid van den Hoogen Raad (1609). De Staten stuurden J. v. S. naar Alkmaar met een verzoek. De uitspraak daarna was 21 juli 1609.

OH1925 p125. Dr. J.A.F. Orbaan, Romeinsche Gegevens ... `bouwmeester Jan van Santen, c. 138 en c.139, gekozen: 10 December 1616. Hier heet hij Joannes Vazzaten, Flander; als gewoonlijk is zijn, voor Italianen moeilijke naam, verhaspeld. Waarschijnlijk is het, naar eenige plaatsen in de door mij uitgegeven: Documenti sul Barocco in Rome (p. 310 en noot; p. 313), dat Jan van Santen bedoeld is in de volgende post, waarmede hier slot en besluit worde gemaakt:
1612 April 3. Sierkunst door Jan van Santen. c. 520. Crocifissi d'argento. De quali due sono del fiammingo. Sei telari d'ebbano fatti del fiamengo, numero 6, nelle quali vi sono due pitture del Passignato et due del Baghione. (Roma, Archivio Vaticano, Fondo Borghese, IV 140.)'

OH1926 p285. Dr. J.A.F. Orbaan, Florentijnsche Gegevens II. Jan van Santen, veritaliaanste naam Vasanzio. `Hier komt hij voor in verband met de vooral als zomerverblijf door Paulus V geliefde Villa Mondragone, die nog als een stout vooruitspringende kaap van de heuvels van Latium een onvergelijkelijk uitzicht biedt over de Campagna Romana, vooral van het terras dat Jan van Santen, den bouwmeester der Villa Borghese te Rome in haren oorspronkelijken vorm, in moeielijkheden bracht, als hier zal blijken. 1618 October 12' etcetera. Ondanks een ongeval door een niet goed verholpen muurstutting blijft Jan van Santen in de gunst.
Blz. 288. `Jan van Santen, the architect of the Villa Borghesia at Rome, who built the papal villa Mondragone so badly that the help of Carlo Maderna had finally to be called in.'

OH1933 p151, p154. A.J.J. Delen, Aanteekeningen over Nederlandsche Plaatsnijders en Boekillustrators der XVIe eeuw `We vinden den Christus in het Vagevuur in de Collacien van Henricus van Santen, door Eckert van Homberch gedrukt zonder datum maar waarschijnlijk rond 1510 (Nijhoff-Kronenberrg, Nederlandsche Bibliographie van 1500 tot 1540, 1854, 1855).' Henricus van Santen was een Antwerpse illustrator (titel van de druk).

OH1937a p178. A. Bredius, `Archief sprokkelingen'. “Op huijden den 21e Juny 1643 compareerde voor mij notaris etc. joffrouwe Alith van Santen, weduwe van Michiel van de Sande woonende binnen Utrecht, verclaerde wel en deuchdelyck schuldich te wesen aen en ten behoeve van den E. Abraham Bloemaert, constrijck schilder binnen Utrecht de somme van 230 gld tot 20 st. 't stick ter sake van 't leergeld by haren soon Johan van de Sande by den voorn Bloemaert soo in 't teyckenen als schilderen 't zedert den jare 1637 totten jare 1643 verleert ende verschuldigt volgens affreeckeninge die sij dienthalven metten voorn Bloemaert gehouden hadde. Belooft daeromme de voorsz 230 gld in twee termijnen te betalen.” met de voetnoot: `Not. H. Ruijsch, Utrecht. In margine is aangeteekend: “geroyeert alsoo dese acte niet gepasseert noch geteeckent is”.'

OH1937b p234. Mr. H.F. Wijnman, De Amsterdamsche boekbinder Albert Magnus. `x`Daarna werd op 28 Maart 1707 verkooping gehouden van de winkelvoorraad; daaronder kwamen fraaie atlassen van Blaeu en Jansonius, o.a. een Latijnsche atlas van Blaeu in 19 dln. door Dirk Jansz. van Zanten gekleurd.'

OH1941 Th. H. Lunsingh Scheurleer, Jan van Mekeren, een Amsterdamsche meubelmaker uit het einde der 17de en begin der 18de eeuw, p182. `Den 12den November koopt hij van Cornelis van Santen, Mr. kastenmaker voor ƒ 4050.- 2/3 in een huis en erf in de Kalverstraar aan de Oostzijde op de Noorderhoek van de Olieslagerssteeg.' Kwijtsch. Reg. 4D. folio 234.

OH1964 p128 voetnoot 2. `Een ander geslacht Rutgers bracht ook enige Abrahams voort, maar de eerste daarvan werd geboren in 1696 en werd ws. genoemd naar zijn moeders vader Abraham van Santen (Ned. Patr. 1923 blz. 300-301).' ws. = waarschijnlijk.

OH1975 p194. `Memorie-Boek. Voor den jaare 1773 en volgende. Weegens geleevert schilderwerk, Gedaan door H: W: Schweickhardt, Const-Schilder in 's Hage.' o.a. `29 junij 1786. Aan de Heer van Zanten een tekening van Douw verkogt voor 420 gulden daaraan gewonnen ƒ200-0-.'

OH1977 p301. Boekbesprekingen. B. Dubbe, Monumenten in zilver, geschiedenis van het Zwolse stadszilver, Zwolle 1976, 72 p, 27 afb. De zilversmid Jacob van Santen, lid van het Zwolse stadsbestuur, maakte (na 1535) raadsheer bekers.

OH1980a p47. Captain Johan van Santen, wonende aen de corenmarckt, borg ende medeprincipal, 1648-1663, Joh. Vermeer, Delft. Uitvoerig in Engels.

OH1980b p49. Prot.not. Jacob van Santen, 15-1-1647. Delft?